De maand oktober wordt vaak ook wel de Rozenkransmaand genoemd.
Op 7 oktober staat het feest van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans op de kerkelijke kalender. Aan dat feest is het te danken dat oktober Rozenkransmaand werd. Paus Pius V stelde dit feest in als herdenking van de overwinning op de Turkse vloot bij Lepanto op 7 oktober 1571. De zeeslag bij Lepanto was een treffen tussen de vloot van de Christelijke Heilige Liga en de vloot van het Islamitische Ottomaanse Rijk. De strijd was losgebrand om het oostelijke deel van het Middellandse Zeegebied te beheersen.
We kunnen ons in onze dagen bijna niet meer voorstellen dat de paus bij een oorlog betrokken is. In die dagen was de paus staatshoofd van een groter grondgebied dan de huidige Vaticaanstad en werd hij daardoor ook politicus. De overwinning werd aan de christelijke zijde toegeschreven aan het bidden van de rozenkrans, niet alleen door de strijders maar ook door de christengelovigen.
Door ons zal de rozenkrans niet zo vaak gebeden worden om te kunnen overwinnen in een oorlog.
Misschien wel voor de overwinning op het kwaad dat in persoonlijke levens en in de gemeenschap een rol kan spelen. Hoe dan ook … wanneer wij de rozenkrans bidden, willen we dat doen voor de intenties die ons ter harte gaan. We hebben het vertrouwen dat ons rozenkransgebed ons helpt en sterkt bij de zorgen die ieder mens in het leven ontmoet.
De rozenkrans is eigenlijk een meditatief gebed. Het steeds herhalen van het ‘Wees Gegroet’ schept ruimte om na te denken over de voorname momenten uit het leven van Jezus. Deze momenten worden ons aangereikt in vier groepen van vijf mysteries of geheimen. Je mag deze twintig geheimen samen wel een samenvatting van het evangelie noemen. Elke dag van de week heeft eigen mysteries: op maandag en zaterdag zijn dat de blijde geheimen; op dinsdag en vrijdag de droevige geheimen, op woensdag en zondag de glorievolle geheimen en op donderdag de geheimen van het Licht. Deze laatste groep mysteries werd door paus Johannes Paulus II in 2002 toegevoegd.
Altijd zijn er wel intenties genoeg te vinden om de rozenkrans in de hand te pakken en te bidden voor de nood van mensen, voor zieken in de kring van het gezin, de familie of de omgeving.
De kracht van het rozenkransgebed is te vinden in de herhaling. Het telkens weer opnieuw bidden van het Onze Vader en de tien Weesgegroeten geeft een bepaald ritme en brengt daardoor de rust om stil te staan bij degenen voor wie het gebed bedoeld is. Op voorspraak van Maria worden die intenties voorgelegd aan God. We mogen erop vertrouwen dat ons rozenkransgebed daardoor niet zonder vrucht zal blijken.
J.P. Janssen, pr.ass.