De H. Michaëlkerk ligt in de dorpskern van Berg aan de Maas op een natuurlijke verhoging in het landschap. Achter de kerk ligt de begraafplaats.
Tegen een grotendeels uit de 19de en begin 20ste eeuw stammend, neoromaans kerkgebouw werd in 1958/1959 een ruim transept met rechtgesloten koorpartij, toren en sacristie gebouwd. De kerk als geheel kan thans getypeerd worden als een niet-georiënteerde bakstenen kruisbasiliek in romaniserende trant. De toren staat aan de noordzijde van de kerk in de hoek van het transept en schip. De stoelen zijn centraal opgesteld.
Volgens de Voorlopige lijst bevond zich in het onderste stuk van het koor en een deel van de toren nog middeleeuws metselwerk. In 1825 had de kerk een plat dak. In 1842 werd de kerk vergroot en gewijzigd. Architect Caspar Franssen verbouwde de kerk in 1905 opnieuw. Daarbij werd het middenschip verhoogd en in neo-romaanse stijl aangepast. Het driebeukige schip telde toen vier traveeën met een driezijdig gesloten koor. Voor het schip stond de klokkentoren. In de jaren 1936 en 1937 maakte de Geleense architect P.A. Schols plannen voor de uitbreiding van de kerk die erin bestonden de toeren af te breken en ter plaatse een nieuw transept en koor te bouwen. Aangezien het gemeentebestuur van Urmond de subsidie niet ineens, maar gefaseerd wilde uitbetalen, besloot een hierover verbolgen pastoor Van Eijs de uitbreiding voorlopig uit te stellen.
De groeiende bevolking maakte een uitbreiding echter noodzakelijk. Pastoor Hermans wees in een brief aan het bisdom van 25 maart 1953 op dat er 40 nieuwe huizen in aanbouw waren en dat s’zondags vier missen werden opgedragen die telkens afgeladen vol waren. In juli 1957 droeg Hermans opvolger, pastoor J.J.M.A. Riemersma architect Harrie Koene uit Maastricht voor bij het bisdom. De eerste ontwerpen werden op 7 november van dat jaar besproken. Op 30 januari 1956 keurde de BBC het herziene plan op hoofdlijnen goed. Wel wenste men een rechte in plaats van een ronde koorafsluiting. Op 27 februari daaropvolgend keurde de BBC het plan definitief goed. Het werk werd uitgevoerd door aannemer H. Bogman uit Beek. Door de uitbreiding steeg het aantal zitplaatsen van 190 naar 628. De bouw werd in februari 1958 drie maanden stilgelegd vanwege de steenkoolontginning ter plaatse. De Staatsmijnen vreesden voor verzakking van de fundamenten. In de nieuwbouw opgenomen waren ook wijzigingen aan het oude deel van de kerk. Aan beide zijden van het oude priesterkoor werden de zijbeuken doorgetrokken om zijportalen aan te brengen. De gehele oudbouw werd tevens met een travee verlengd. De kerk werd op 10 mei 1959 ingezegend.
In de jaren 1973/1974 werd het priesterkoor vergroot en verder de viering ingebouwd. Vanwege werkzaamheden aan de verwarming zijn omstreeks 1978 de grafsteen en de stoffelijke resten van pastoor Stassen vanuit het oude priesterkoor overgebracht naar de viering. In de hoek waar de zijbeuken van de noordelijke transeptarm en zijbeuk bijeenkomen is onder de toren de doopkapel gesitueerd, die thans als Mariakapel in gebruik is. In 1960 plaatste Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) een eenmanuaals orgel.
Voor meer informatie: zie ook http://www.kerkgebouwen-in-limburg.nl/view.jsp?content=464
(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 Roermond Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).