Barbarakapel

Oud Urmond, in vroegere eeuwen een welvarende havenstad aan de Maas, dreigde kort na de Tweede Wereldoorlog door diezelfde Maas te worden overspoeld. Door de ontginning van de Staatsmijn Maurits zakte het dorp steeds verder weg. In 1947 was Urmond reeds enige meters gezakt. Steeds meer oude pittoreske huizen in het laagst gelegen deel van het dorp, de z.g. “Bath” werden slachtoffer van het water en de voortwoekerende mijnverzakkingen. Op den duur was eer maar één oplossing: afbreken en verhuizen naar hoger gelegen oorden. Zo verdween een historisch belangrijk deel van de oude Maasstad inclusief het in 1854 gestichte klooster van de Minderbroeders Conventuelen en het uit 1790 stammende Redershuis van de familie Bauduin. Door de overdracht van 11.400 m3 bouwvolume van de Staatsmijnen aan de gemeente Urmond werd het mogelijk, eind jaren veertig, 58 woningen bouwen op de hooggelegen Kattekop. Voorwaarde was dat deze woningen gedurende 20 jaar aan werknemers van de Staatsmijnen moesten worden verhuurd. Na de totstandkoming van de woningbouw op de Kattekop werd door het kerkbestuur besloten om de jaarlijkse Sacramentsprocessie door deze nieuwe wijk te leiden. Dit gebeurde voor het eerst in 1950. Aan de  Hoge Bergstraat werd bij die gelegenheid door de bewoners een rustaltaar geplaatst. Bij een aantal bewoners ontstond het idee om op de plaats van het rustaltaar een kapel te bouwen. Het idee werd met enthousiasme ontvangen en er werd uit de bewonerskring van de Kattekop een comité gevormd. Wim Bousardt werd tot voorzitter benoemd. Penningmeester werd Wil Heuts en Sjeng Janssen werd lid van het comité. Ze gingen voortvarend te werk. Zo lezen we:

–         in het verslag van het kerkbestuur van 6 november 1950 dat aan het comité 6000 oude stenen van de afbraak van, de tijdens de oorlog, verwoeste pastorie ter beschikking zijn gesteld.

–         in haar vergadering van 8 november 1950 besloot de Gemeenteraad van Urmond om de grond waarop de kapel was gepland te verkopen aan het kerkbestuur.

–         op 1 juni 1951 ging het Bisdom Roermond akkoord met de aankoop van de grond door het kerkbestuur.

Om aan geld te komen werd o.a.:

–         een fancy-fair georganiseerd in de gymzaal van de toenmalige school. Opbrengst: fl. 816,59

–         een toneelavond gehouden. Opbrengst: fl. 315,51

–         twee loterijen brachten op fl. 682,-

–         aan giften kwam binnen fl. 290,00

De totale uitgaven bedroegen: fl. 2232,92

De prijzen voor de fancy-fair en de loterijen werden door Wil Heuts bij elkaar gebedeld. Hij bezocht haast alle winkels langs de Maaskant en Geleen. Binnen het comite ontstond het idee om dhr. Eug. Quanjel, hoofdopzichter bij De Staatsmijnen in Limburg en begenadigd kunstenaar, te benaderen als architect. Dhr. Quanjel was daartoe bereid. Hij ontwierp de kapel en het prachtige bas-reliëf, voorstellende de H.Barbara, staande naast een  koeltoren met een schachtblok (model Staatsmijn Maurits). Aan haar voeten zijn mijnwerkers bezig met het delven van kolen. Nu het plan gereed was kon met de uitvoering worden begonnen. De door het kerkbestuur beschikbaar gestelde 6000 stenen uit de gebombardeerde pastorie moesten stuk voor stuk door de bewoners van de Kattekop ter plaatse worden schoon gekapt. Het metselwerk stond onder leiding van Pie Pepels. Harie Avesaath verzorgde het houtwerk van vensters, dak en altaartafel terwijl het ijzerwerk werd gemaakt door en o.l.v. Tjeu Hendrix. De laselektroden werden gratis geleverd door de vroegere smid Nic Gelissen. Verdere medewerkers waren o.a. Houber Hendrix, Tjeu Meuwissen en Geurtje Smeets. Voor het steigermateriaal werd een beroep gedaan op de Urmondse aannemer Sjaak van Mulken. De gemeente schonk de cement. Bij de oplevering werd bier geschonken door Wilhelm Stein uit de Beekstraat. Hij had ook tijdens de bouw regelmatig op een  Jonge Klare getrakteerd. Op het verzoek van het comite aan  Mgr. Lemmens, Bisschop van Roermond, om de kapel in te zegenen antwoordde deze:

Roermond, 11 maart 1952

Goede Vrienden,

Wat hebt gij allen fijn samengewerkt om de H.Barbarakapel tot stand te brengen. Als geheel bijzondere uitzondering, ook omdat ik zoveel houd van mijn mijnwerkers, zal ik Paasmaandag komen. In de voormiddag moet ik wel in Maastricht zijn, feest van de Sterre der Zee, aldus zal ik in de namiddag komen tegen 4 uur om de kapel in te zegenen.

Met vriendelijke groet,

Mgr. Lemmens.

Na het inzegenen van de kapel sprak de Bisschop de woorden: “ De kapel zal steeds een bewijs blijven van de edelmoedigheid van Urmond”.

De Urmondse Monumentenstichting.

In 2008 werd de kapel in verband met werkzaamheden ca. 70 meter naar het westen verplaatst. De kapel werd derhalve afgebroken en als exacte kopie een stukje verder weer opgebouwd.

Foto: Urmondse Monumentenstichting

De kapel is ook beschreven in:

’t Kapelke… Kapellen langs velden en wegen in Zuid-Limburg / Vera Hamers – Kempen Uitgevers, 1999. ISBN 9066571012