Parochiekerk

1948

De tweede Wereldoorlog was voorbij. De wederopbouw van het land begonnen. De Limburgse Steenkoolmijnen speelden daarbij een grote rol. Zij waren de leveranciers van de belangrijkste energiebron in die tijd.

Daarom waren er veel mijnwerkers nodig. Op initiatief van de Staatsmijn ‘Maurits’ werd een nieuwe woonwijk gepland, dicht bij de mijn, in de Steinder Kamp.

Tweehonderd semi- permanente woningen zouden er komen. Ze werden uitgevoerd in laagbouw, omdat bouwmaterialen nog schaars waren.

Het toenmalige gemeentebestuur van Stein was enigszins verrast door de bouwplannen. Men ging toch akkoord, omdat de woningnood ook hier erg hoog was en de toezegging kwam, dat er een complete woonwijk zou ontstaan.

In 1949 werd het eerste woonwijkje afgerond met een aantal woningen die werden gebouwd met de z.g. Groothof-steen. Deze bouwblokken waren een proefobject van de mijn en genoemd naar de toenmalige directeur van de Staatsmijnen. Ook het eerste schoolgebouw werd met deze steen gebouwd.

Een succes was dit zeker niet, want na enkele jaren werden alle woningen en de school ‘ontmanteld’ om de vochtproblemen de baas te worden.

Over de naamgeving van de nieuwe wijk ontstond binnen de gemeenteraad nog enige onenigheid. Sommige wilden Heikamp of Steinderkamp. Vanwege de slechte naam van de Duitse kampen, koos men uiteindelijk voor het weinig originele Nieuwdorp.

Zoals in die tijd gebruikelijk ,benoemde de bisschop al gauw een bouwpastoor, pastoor Gerard van Helden.

Tot dan toe was hij kapelaan te Lutterade. In juli 1948 ging hij wonen op het adres Heinsbergerstraat 2.

De bouwpastoor kreeg als opdracht een nieuwe parochie te stichten met alles wat daar in die tijd bijhoorde: kerk, school, parochiehuis, verenigingsleven opbouwen enz.

Pastoor van Helden was een robuuste man. Zo stevig was hij ook in zijn optreden. Hij had een enorme werklust en een groot doorzettingsvermogen. Als hij zich een doel gesteld had, dan wist hij ook de deuren te openen om dat doel te bereiken.

De omstandigheden waren erg. moeilijk. Alles op de bon. Bouwmaterialen waren schaars of niet te koop. Allerlei vergunningen en formulieren waren nodig. Er bestonden lange wachtlijsten.

Over zijn problemen bij de bouw van de Noodkerk vertelt Pastoor van Helden bij gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de parochie in ’t blèdje. “Er waren voor de bouw 95000 bakstenen nodig. We kregen er maar 40000 toegewezen. De kerk moest er toch komen. Daarom kochten we in Mesch-Eijsden een grote bouwkeet. Die leverde ons veel vervangend materiaal op voor onze kerk. Er kwamen zodoende grotendeels houten zijwanden”.

De noodkerk kwam al snel gereed .met Kersmis 1948 werd voor het eerst de nachtmis opgedragen. Een parochiaan van toen schreef in het bovengenoemde Blèdje hierover: “Toen we ’s nachts in de kerk kwamen, hebben we ons echt met Maria en Jozef verbonden gevoeld. Het was daar toen ook armoedig.

Een grote teerton, waarin kolen werden gestookt stond midden in de kerk. Dat was onze verwarming. Het kribje was door enkele parochianen in elkaar getimmerd van hout uit de Koestraat. De kerk was stampvol. De pastoor was erg ontroerd”.

De zorg om de benodigde financiën bij elkaar te brengen was groot. Allerlei acties en activiteiten waren daarvoor nodig: collectes, loterijen, tombola’s, handwerk-verkopen enz. enz. De pastoor zelf ging regelmatig op ‘Bedeltocht’ in andere parochies. Vooral de jaarlijkse fancy fair, de Nieuwdorpse kermis, leverde veel geld op. De prijzen werden vaak, in natura, door de parochianen zelf ter beschikking gesteld: een vet varken, konijnen, eieren, zelf gebakken taarten of vlaaien enz. De allereerste fancy fair bracht Fl. 3500,- op. Voor die tijd een reusachtig bedrag. Het geld moest toen immers met stuivers en dubbeltjes binnen komen.

Tot ver in de zestiger jaren werd jaarlijks een fancy fair gehouden ten bate van de kerk.

De parochie bestond aanvankelijk uit veel jonge gezinnen met kleine kinderen. Al gauw voelde men de noodzaak van een kleuterschool. De pastoor vond een oplossing. Hij huurde overdag zaal Maas (later Entre Nous) aan de Steinderweg. Begin 1949 kon Zr. Johanna daar met haar kleuterschooltje beginnen.

In mei 1950 kwam, na moeizaam onderhandelen, de eerste zesklassige Lagere school, aan de Arnoldenstraat, gereed. Men startte met 149 leerlingen. Na èèn jaar bleek ze al veel te klein. De klassen puilden uit. Soms moest zelfs in ‘ploegendienst’ worden gewerkt: ’s morgens de jongens en ’s middags de meisjes. Erg blij was men dan ook toen begin 1953 weer een schoolgebouw gereed kwam aan de Peldenstraat. Dit werd de jongensschool ‘Don Bosco’. De meisjesschool ‘Mariaschool’ genaamd, bleef in de Arnoldenstraat.

Toen waren er al 350 leerlingen!

In 1953 konden de kleuters gehuisvest worden in een vier-klassig, houten gebouw (dankzij de Staatsmijnen!). Ook de verenigingen vonden er een vergaderruimte.

De eerste winkels werden in 1950 geopend. Op de hoek Arnoldenstraat\Brederodestraat vestigde zich de Cooperatie, een kruidenierszaak. Drogisterij Baggen-Dassen volgde al gauw. Later opende in de Arnoldenstraat ook nog een Vivo winkel.

De betrokkenheid van de bewoners bij het parochiegebeuren was vanaf het begin, erg groot. In 1949 werd het kerkelijk zangkoor opgericht. In 1950 werden afdelingen van de K.A.B. en de Katholieke Mijnwerkersbond gesticht.

Al gauw telden ze enkele honderden leden. Bestuur en leden maakten zich in de opbouwfase zeer verdienstelijk door zich ook in te zetten voor allerlei parochieactiviteiten b.v. de Sinterklaasviering voor de Nieuwdorpse kinderen. verder organiseerde men ontwikkelings- en ook cursussen over allerlei onderwerpen voor de leden.

Een kerkhof voor de parochie kwam er ook al gauw. De aanleg gebeurde grotendeels door de zelfwerkzaamheid van de parochianen.

De komst van kapelaan Wilms in 1951 verlichtte de taak van de pastoor bij parochieopbouw.

De kapelaan richtte zijn aandacht vooral op de jeugd. Met de assistentie van vele ontstonden in de loop der jaren bloeiende jeugdverenigingen.

Met 82 geschonken boeken ging in 1951 ook de parochiebibliotheek van start. Ze voorzag in de behoefte en groeide gestaag. In 1963, toen de parochiebibliotheek opging in de Openbare Bibliotheek, bedroeg het aantal uitleningen circa 11.000 per jaar. In 1956 werd de R.K. Vrouwenvereniging opgericht.

Ze stond vele jaren onder leiding van Mevr. Hendrix-Zeehandelaar. Samen met ‘haar propagandisten’ organiseerde ze veel nuttige en gezellige avonden. De vrouwenvereniging groeide in de loop der jaren uit tot de meest constante vereniging in onze parochie met enkele honderden leden.

Intussen kwam er ook meer duidelijkheid over de verdere uitbouw van Nieuwdorp. De wijk zou uitgroeien tot circa 1000 woningen. In de vijftiger jaren kwam er elk jaar wel een nieuwe straat bij: Peldenstraat, Crostolostraat, Damiatestraat en Woeringenstraat. De Heerstraat ging een betere verbinding vormen met de rest van Stein.

De noodkerk werd veel te klein. Daardoor kreeg architect Dings uit Beek de opdracht een definitief kerkgebouw te ontwerpen met ca. 800 zitplaatsen.

De kosten werden geraamd op ongeveer Fl. 320.000,-

Belangrijke subsidies van gemeente, bisdom en staatsmijnen maakten de bouw mogelijk.

Toch bleef er een nieuwe, zware last op de schouders van de parochianen rusten.

In 1953 werd met de bouw begonnen. Met Pinksteren werd ze feestelijk in gebruik genomen.

De geplande, vrije toren bleef, om bezuinigingsreden, achterwege.

Toe de kerk gereed was, kregen de verenigingen, (vooral de jeugd!) wat meer ruimte.

De noodkerk werd ingericht als parochiehuis. Overdag werd de noodkerk als gymnastieklokaal gebruikt door de lagere scholen.

Aan het eind van de vijftiger jaren kwam Nieuwdorp weer regelmatig aan de orde in de Steinder gemeenteraad. Twistpunt was toen: nog meer woningwetwoningen of ook particulieren bouw in Nieuwdorp. Dankzij de politieke steun van de Provinciale Staten werden in 1963 nog 45 etagewoningen gebouwd aan de Tripstraat, Kuringenstraat en de Baesweilerstraat.

Nieuwdorp zou verder alleen nog particulieren woningbouw krijgen. Reden: een meer gevarieerde bevolkingsopbouw bereiken. In 1975 stagneerde de bouw echter helemaal. Na de ontploffing bij D.S.M. kwam er een algeheel bouwverbod. Pas in 1993 nam het gemeentebestuur het initiatief om het sterk verouderde Nieuwdorp te vitaliseren.

Het Sociaal Vernieuwingsproject ‘Nieuwdorp Vitaal’ ging van start. Hierin was ook woningbouw opgenomen: aan de Merodestraat, het nieuwe Pastoor van Heldenplein en in de nieuwe buurt ’t Meeldert.

In 1959 nam Pastoor van Helden afscheid van Nieuwdorp na zijn benoeming tot Pastoor te Oud-Geleen. Pastoor Frans Rulkens was de opvolger. Tijdens zijn pastoraat werd veel aandacht besteed aan de inrichting en kunstzinnige verfraaiing van de nieuwe kerk.

Dankzij een bliksemactie (6 maanden achter elkaar werd een huis- aan huiscollecte gehouden!) kon in 1960 een kerkorgel worden geïnstalleerd. De kosten bedroegen Fl. 7500,-.

Bij gelegenheid van het zilveren priesterfeest van de pastoor werd een elektrische klokken- en luidinstallatie aangeboden. Het priesterkoor werd verfraaid met reliëfs , voorstellende de 4 evangelisten en de 4 profeten. Het ontwerp was van Frans Cox uit Maasniel. Hij was ook de maker van de fraaie kruiswegstaties.

Voortdurend ruimtegebrek bleef ook een zorg voor Pastoor Rulkens en zijn medewerkers.

In 1960 werd een derde zesklassig schoolgebouw, aan de Bergenkenstraat, in gebruik genomen. Daar werd de Mariaschool gehuisvest. Het schoolgebouw aan de Arnoldenstraat bleef nog tot 1975 in gebruik als dependance van de jongens- en meisjesschool.

Na moeizaam en langdurig overleg met allerlei instanties kon in 1966 het gemeenschapshuis worden geopend. Daardoor waren voor het eerst de ruimteproblemen opgelost. De grote zaal werd ingericht als gymzaal voor de lagere scholen.

In 1961 vertrok kapelaan Jos Wilms naar Schinveld. Kapelaan Drè Thewissen volgende hem op.

Pastoor Rulkens schreef in die tijd in de door hem bijgehouden parochiekroniek: het verenigingsleven gaat steeds meer ‘crescendo’, zowel wat jongens- als meisjesjeugdwerk betreft. Er zijn vele goede jeugdleiders.

De bloei van het jeugdwerk was zeker ook te danken aan de stuwende kracht en inzet van beide kapelaans.

In 1960 werd een parochieraad opgericht. Vertegenwoordigers van verenigingen en andere groeperingen maakten er deel vanuit. De voornaamste taak van de raad was inspraak, overleg en samenwerking te bevorderen.

De jeugdverenigingen gingen samenwerken in de jeugdraad. Deze jeugdraad was ook de stimulerende kracht achter het gereedkomen van de speeltuinen (in 1964) en de sportvelden voor de jeugd (in 1966) aan de Merodestraat. Dankzij de langdurige inzet van veel vrijwilligers en de royale financiële steun van Staatsmijnen en gemeentebestuur werd dit complex tot stand gebracht.

In 1977 moest het geheel plaats maken voor Woningbouw.

Pastoor Rulkens nam in 1966 afscheid, na zijn benoeming tot pastoor in Epen.

Pastoor Theunissen was zijn opvolger. Hij was nog geen twee jaar werkzaam in Nieuwdorp. Hij overleed in 1968.

Pastoor Theunissen, voormalig aalmoezenier sociale zaken, had veel aandacht voor het verenigingsleven in de parochie.

De installatie van de opvolger, Pastoor Frits van Tuel,vond plaats in januari 1969.Hij ging deel uitmaken van het Pastooraal Team, waarin de 7 parochiepriesters van Stein gingen samenwerken. Dit was een experiment in het Bisdom. Na enige jaren verzandde het doorallerlei oorzaken.

De veranderingen binnen de kerk waren toen al begonnen. Er was de tweestrijd over de Bisschopsbenoeming. Het kerkelijk gezag en de volgzaamheid van de gelovige werden minder. De kerkelijke betrokkenheid brokkelde af. Het vanzelfsprekende kerkbezoek op zondag verminderde geleidelijk.

Pastoor van Tuel hield van een frisse, nieuwe aanpak. Hij wist mensen te motiveren om zich in te zetten voor Nieuwdorp in religieus en sociaal opzicht. Zijn inzet voor het hele schoolgebeuren was groot.

Pastoor van Tuel stimuleerde een aantal kerkelijke vernieuwingen: jongerenmissen (samen met kapelaan Thewissen), gezinsmissen voor de lagere schoolkinderen, het prachtige Passiespel in de Goede Week zijn er voorbeelden van.

Leken gingen optreden als lector tijdens de wekelijkse eucharistievieringen.

In 1973 vierde de parochie op feestelijke wijze het 25- jarig bestaan van de parochie. Een prachtige nieuwe doopvont en een verlicht torenkruis waren de blijvende herinnering aan dit feest.

Nadat in 1970 de nieuwe vijfklassige kleuterschool aan de Bergenkenstraat was geopend, kwam er een bestuurlijke splitsing. op initiatief van het kerkbestuur werd een nieuwe stichting opgericht die de Nieuwdorpse scholen verder moest sturen. De eerste krachtproef voor het nieuwe schoolbestuur was de fusie van de jongens- en meisjesschool in 1975.

Een grondige verbouwing van de Mariaschool en de Don Boscoschool zorgde voor een moderne, aan de tijd aangepaste huisvesting.

In 1985, bij de start van de basisschool, werd het gebouw opnieuw aangepast. De kleuterschool werd ontruimd. Sinds die tijd zijn er de muziekschool en het Creatief Centrum gehuisvest.

In 1976 nam kapelaan Thewissen, om bezuinigingsredenen, gedeeltelijk afscheid van de parochie. Na zijn benoeming als moderator aan de Mavo te Kerensheide was hij alleen in het weekend nog actief in de parochie.

Begin 1977 vertrok ook Pastoor van Tuel. Hij werd deken in Weert.

De installatie van Pastoor Jacq Heusschen volgende in maart 1977. Hij stond er al gauw helemaal alleen voor na de benoeming van KapelaanThewissen in 1978 tot pastoor Sweikhuizen.

Samen met zijn kerkbestuur en veel vrijwilligers zette ook Pastoor Heusschen zich in om het vele goede dat was opgebouwd te behouden. Dat bleek overduidelijk toen op 25 januari 1990 de torenspits van de kerk waaide en grote schade aan het kerkgebouw veroorzaakte. Veel parochianen zetten zich in om het herstel mogelijk te maken. Een bedrag van Fl. 100.000,- werd via allerlei acties in gezameld.

Toch kwam de toren niet meer in op de kerk. Een nieuwe toren zou Fl. 250.000,- gaan kosten. Er was nog zo veel dringend onderhoud aan het kerkgebouw, dat het kerkbestuur besloot, na overleg hierover met vele betrokken parochianen, de ingezamelde gelden voor dat doel te gebruiken.

Eind 1993, na het vertrek van Pastoor Heusschen dreigde het einde van de parochie. Er was geen nieuwe pastoor beschikbaar.

Gelukkig werd na korte tijd Pastor Cor Beurkens, tot dan toe Kapelaan te Stein, bereid gevonden om de leiding te nemen in onze parochie.

In 1998 is het kerkhof gerenoveerd. Er kwam ook een urnenveld. Bij gelegenheid van 50- jarig bestaan van de parochie is van kunstenaar Harrie Driessen uit Beesel een prachtig kruisbeeld geplaatst.

vanaf 1998 tot en met heden wordt de geschiedenis der zijner tijd voltooid, en voorzien van foto’s.